De bodem is voor elke hovenier de basis!

Maar wat leeft er nu eigenlijk in de bodem. Jaarlijks wordt dit onderzocht tijdens de bodemdierendagen.

Mieren halen slakken in na warme droge nazomer: resultaten Bodemdierendagen 2016

De mier rukt op naar de vierde plaats, 1 op de 3 tuinen heeft vrijwel alle groepen bodemdieren ‘in huis’ en die dieren waren minder makkelijk te vinden dan in 2015. Waarschijnlijk het gevolg van de zeer droge en warme nazomer. Dat zijn in het kort de uitkomsten van de Bodemdierendagen 2016.

Met in totaal zo’n 4.000 waargenomen bodemdieren en honderden deelnemers was de tweede editie weer geslaagd. De grote lijn dat tuinen waardevol kunnen zijn voor het algemene bodemleven in dorp en stad blijft overeind.

Voor wilde beesten hoef je niet naar Afrika! Veel mensen gingen met de hele familie tussen 1 en 10 oktober op bodemdierensafari in hun eigen tuin, in het park of zelfs op het balkon. Op zoek naar zebraspin of tijgerslak bijvoorbeeld. Deze nazomer had ook echt safaritrekjes. “Het was extreem warm en droog in september,” zegt bodemecoloog Gerard Korthals van het organiserende Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en Centre for Soil Ecology (CSE). “En dat is te merken aan de resultaten van de Bodemdierendagen. De grote lijn is hetzelfde, maar met een paar duidelijke verschuivingen.”

Top 10

De top 3 blijft gelijk. Op 1 staan weer de pissebedden die in bijna 90% van de tuinen zijn gesignaleerd, gevolgd door de spinachtigen en de regenwormen. Maar de mieren zijn in 2016 opgerukt naar de vierde plaats, ten koste van de slakken.

Een ander opvallend verschil met 2015 is het aantal waargenomen bodemdieren. Dat waren er in totaal zo’n 4.000: zeker niet weinig, maar wel een stuk minder per tuin. Gemiddeld ruim 20 dieren per telling, in plaats van ruim 30,” preciseert bodemonderzoeker Ron de Goede van Wageningen University & Research.


  1. Pissebed (Bron: Theodoor Heijerman)Pissebed (Bron: Theodoor Heijerman)
    Pissebed – in 89% van de tuinen (2015: 94%)
  2. Spinachtige – in 79% van de tuinen (2015: 93%)
  3. Regenworm – in 78% van de tuinen (2015: 91%)
  4. (6) Mier – in 69% van de tuinen (2015: 72%)
  5. (4) Huisjesslak – in 69% van de tuinen (2015: 85%)
  6. (5) Naaktslak – in 54% van de tuinen (2015: 82%)
  7. Duizendpoot – in 50% van de tuinen (2015: 61%)
  8. Kever – in 39% van de tuinen (2015: 49%)
  9. Miljoenpoot – in 33% van de tuinen (2015: 39%)
  10. Mol – in 4% van de tuinen (2015: 7%)

Ook de rapportcijfers voor de verschillende typen tuinen leveren een interessant beeld op. Bodemdieren zijn onmisbaar voor een gezonde bodem en dus voor ons. Met gemiddeld een 8,4 voor het aanwezige algemene bodemleven is dat een mooie score, die benadrukt dat tuinen een belangrijke rol vervullen voor bodemdieren in de steden en de dorpen. Maar het is wel een stukje lager dan de 9 van vorig jaar.

Bij alle 159 compleet ingevulde zoeklocaties is gekeken naar de aantallen dieren en de diversiteit voor de tien hoofdgroepen zoals pissebedden, duizendpoten en mieren. “Balkonnen en groene daken hadden slechtere cijfers. Ook door de droogte, denken we,” legt Korthals uit. De paar bestrate tuinen scoorden voor de algemene bodemdieren juist opvallend hoog met een 9,1. “Een deel van de dieren kruipt diep weg en is daardoor niet te vinden of zit onder de nog vochtige stenen, wat het hoge cijfer van de bestrate tuinen kan verklaren.” Zoals een deelnemer het verwoordde: ”Het valt me erg tegen dat ik in de grond niks aantrof. Alles wat ik zag, zat onder bloempotten of houten kistjes.”

Meer informatie over de bodemdierendag, de uitkomsten en rapportcijfers vindt u hier: Nature Today

Bron: Nature Today.

Nature Today