Branchevereniging VHG heeft op vrijdag 10 oktober 20 bijenhotels in ontvangst genomen, vervaardigd door sociale onderneming De Krachtfabriek in Houten. Deze handgemaakte bijenhotels zullen via de aangesloten hoveniers een plek krijgen bij de scholen die deelnemen aan de actie ‘Gezonde Schoolpleinen’. In het kader daarvan hebben de hoveniers in juni dit jaar een vierkante meter vogel- en vlindertuin of moestuin op 20 schoolpleinen verspreid over het land aangelegd.

Met deze bijenhotels wordt een bijdrage geleverd aan het in stand houden van de bijenpopulatie in Nederland. Bijen zijn belangrijke bestuivers voor de natuur en de landbouw en daarmee ook van groot belang voor de biodiversiteit. Met deze nestgelegenheid en de voor vlinders en bijen aantrekkelijke beplanting op het schoolplein, worden meer insecten aangetrokken.

Maatschappelijk aspect
De bijenhotels zijn gemaakt van afvalhout dat nog goed geschikt is voor hergebruik. “Wat deze duurzame producten extra bijzonder maakt, is de vervaardiging ervan door mensen van De Krachtfabriek”, stelt VHG-directeur Egbert Roozen. De Krachtfabriek is een organisatie voor werkwillenden. Zij hebben een stadswerkplaats gecreëerd waar mensen die werk zoeken elkaar kunnen ontmoeten, motiveren en inspireren.
“Op een laagdrempelige manier kan iedereen zijn talenten delen en nieuwe ontdekken. VHG draagt dit initiatief een warm hart toe en heeft daarom de opdracht verstrekt voor het maken van de bijenhotels.”

Gezonde schoolpleinen
De komende maanden zullen de hoveniers de bijenhotels aanbieden aan de basisscholen waar zij tijdens de Nationale Tuinweek in juni dit jaar één vierkante meter tuin hebben aangelegd. Deze is geschonken door Branchevereniging VHG, vereniging Groei & Bloei en het Instituut voor Natuureducatie en duurzaamheid (IVN). Deze scholen nemen deel aan het project Gezonde Schoolpleinen. Tussen 2014 en 2016 realiseren in Nederland zeventig scholen een Gezond Schoolplein. Op zo’n schoolplein kunnen leerlingen leren van en over de natuur. Gezonde Schoolpleinen worden mogelijk gemaakt door de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).