De temperatuur zakt en de garages maken overuren met het monteren van winterbanden. Ook de natuur is volop bezig zich klaar te maken voor de winter. De meeste vlindersoorten gaan als ei, rups of pop de winter door. Vier dagvlinders gaan nu als vlinder in winterslaap.
Vier soorten gaan als vlinder in winterslaap: van boven naar beneden citroenvlinder, kleine vos, gehakkelde aurelia en dagpauwoog (foto: Kars Veling)
Die eitjes, rupsen en poppen zitten op allerlei plekken en ook in onze tuinen zijn ze volop aanwezig. In dor plantenmateriaal, in holle stengels en in bladeren en takken zijn ze weg gekropen. Van groot belang is dan ook om niet teveel materiaal af te voeren uit je tuin. De mythe dat voor de winter een tuin helemaal gestript zou moeten worden en zo kaal mogelijk de winter in zou moeten gaan is heel slecht voor de dierenwereld in je tuin. Planten en dieren weten zichzelf prima winterklaar te maken en daar hebben ze ons echt niet voor nodig. Uiteraard mag je best wat opruimen voor de winter, als er planten over het pad hangen of anderszins in de weg staan, maar laat zoveel mogelijk staan.
Vier soorten dagvlinders en een aantal nachtvlinders gaan als vlinder de winter door. Citroenvlinder en gehakkelde aurelia kruipen weg tussen takkenhopen en in groenblijvende struiken zoals coniferen en klimop. Daar hebben ze een veilige en beschutte plek en daar gaan ze in winterslaap. Ze halen vocht uit hun lichaam, zetten de spijsvertering op een laag niveau en maken antivries aan, vergelijkbaar met wat wij in onze auto’s gebruiken. Daardoor zijn ze uitstekend in staat om 20 graden vorst te overleven.
Kou is voor deze vlinders geen probleem, maar warmte wel. Ook dagpauwoog en kleine vos gaan in winterslaap en overwinteren in bunkers, schuurtjes en in holle bomen, maar een aantal heeft een plekje gevonden binnenshuis, op zolders bijvoorbeeld. Ze hebben die plekken opgezocht in september en oktober en hebben opgelet of het er koel en donker was. Die plekken kunnen alleen nogal veranderen als de temperatuur omlaag gaat en wij de verwarming aanzetten. Dan kunnen juist die plekjes in de nok van het dak extra warm worden en dat is funest voor de vlinders. Ze ontwaken uit hun winterslaap, verbruiken daarvoor veel energie en sterven door uitputting. Kou is prima, warmte niet!
Het beste dat je kunt doen is die vlinders die in huis zitten op te warm wordende plekken oppakken en koud wegzetten, bijvoorbeeld in een schuurtje, onverwarmde kamer of in zo’n vlinderoverwinteringskastje dat veel wordt aangeboden. Uit zichzelf gaan vlinders daar niet snel in, maar ze zijn prima om vlinders die in huis zaten naartoe te verhuizen. Je kunt een vlinder het best bij de vleugels pakken tussen middelvinger en wijsvinger (het V-teken maken), want dan is er de minste kans dat de vleugels beschadigen. Zet de vlinder met de pootjes tegen een muur of wand op een koele plek en laat hem daar zitten. Vaak zul je zien dat ze zich zelf nog wat verplaatsen, maar als ze weer in winterslaap zijn kunnen ze er maanden blijven hangen. Zo helpen we de vlinder door de winter!
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting