Jelle Westra constateert: zeven uitdagingen voor onze branche.
- Upgrade noodzakelijk?
Het hoveniersvak lijkt wel gedegradeerd tot werk voor jongelui die niet willen of kunnen leren. Onzin! Ouders pushen naar het volgen van hoger onderwijs, terwijl er een schreeuwend tekort ontstaat aan breed opgeleide vakmensen. Waarom heeft het hoveniersvak een imagoprobleem? We weten toch allemaal dat hovenieren meer is dan wat schoffelen in de tuin? Hoe vertellen we dit aan jongeren?
- Hovenieren is een taakstraf
‘Je kunt altijd nog hovenier worden.’ Een anekdote: een jongedame was hard en enthousiast aan het werk om met een mooi ontwerp een rotonde weer op orde te krijgen. Er kwam snoeien bij kijken, onkruid wieden, voor de juiste voeding zorgen, een volledige verzorging en een mooi visitekaartje voor de hovenier. Wat kreeg zij te horen? Een kennis belde haar moeder op en vroeg of ze misschien een taakstraf had. Met zulk onbegrip is het logisch dat je jongeren niet kunt motiveren voor het hoveniersvak.
- Weinig zekerheid
Jarenlang was een vaste aanstelling niet aan de orde in onze branche. Geen vaste aanstelling zegt ook iets over hoe je jouw personeel ziet. Waarom zou je als scholier kiezen voor een opleiding zonder zekerheid van vast werk en waardering?
- Scholen in problemen?
Opeenvolgende regeringen kwamen met mooie beloften, maar elke verandering komt neer op een achteruitgang van de kwaliteit binnen het onderwijs. Meegaan met de tijd betekent: grotere eenheden en sluiting van scholing. Het begon met de sluiting van Frederiksoord in 1994. Onlangs sloot de Helicon Groen-afdeling in Apeldoorn. Verwachten we nu dat jonge hoveniers in spe drie uur op en neer reizen van Apeldoorn naar Velp? Is dat vooruitgang?
- Leerlingen en leraren
Het aantal leerlingen op de groene vakscholen is drastisch gedaald. Dit was een geleidelijk proces. Waarom is er nu pas paniek? Er ontstaat een vicieuze cirkel waardoor de kwaliteit van het onderwijs afneemt: minder leerlingen leidt tot minder leraren, wat weer leidt tot minder onderwijs en dat leidt weer tot minder leerlingen. Wat is het langetermijnbeleid? Waar is onze visie?
- Versplintering
Waar is het gezamenlijke belang? Zoveel mensen, zoveel wensen. Iedere groep binnen het onderwijs heeft zijn eigen prioriteiten en belangen. Maar wie kijkt er nog naar het grotere plaatje? Het is kortetermijndenken, de belangengroepen zijn te druk met zichzelf en met elkaar: komt dit het groene onderwijs in zijn geheel ten goede? Vele kleintjes maken zo geen grote!
- De wereld verandert
Vandaag besteld, morgen in huis! De wereld binnen handbereik. We worden ongeduldiger, we willen alles: het liefst nu. De standaard die wij verwachten is hoog. Heel hoog. Heb je een lekke band? Op naar de fietsenmaker. Gaat de laptop kapot? Dan bestellen we gewoon een nieuwe. Koffie op kantoor? Minimaal een bonenmachine! Kan de hovenier, onze branche, voldoen aan deze nieuwe, hoge standaard?
– Door het groen in geld uit te drukken krijg je er meer waardering voor.
– Groen is van levensbelang een primair onderdeel van ons bestaan iedereen moet er gebruik van
kunnen maken. daarom mag en kan er geen B.T.W.op geheven worden.
– Onderhoud met taakstraffen te vermengen is inderdaad een verlaging van het vak.
– Tuinprogramma’s op TV die te veel niet levende producten aanprijzen is een verlaging van het vak.
Daarentegen is in Engeland op TV meer te zien over het GROEN.
– Promoot het vak op het voortgezet onderwijs veel leraren weten nog niet eens het bestaan van een
groenopleiding.
– Maak de opleidingen op meer branchebreed tw:
* Boomverzorger
* Vijverspecialist
* Stratenmaker
* Afwateringsdeskundige.
* Beregenings specialist enz. enz.
Ik ben docent op een groene vmbo-school in de driehoek Denhaag-Delft en Rotterdam. Ik geef pas 17 jaar lessen in groenvoorziening met veel enthousiasme. Ik die zelf ook mee tijdens de praktijkmomenten of doe een aanlegopdracht voor aan de leerlingen. Ik merk al jaren dat jongeren het positief ervaren om het samen te doen. Veel jongeren zijn opzoek naar een voorbeeld. Met de andere praktijkdocenten proberen wij dat te zijn. Vooral genieten van het buiten zijn of de omgang met planten bijbrengen. Het wijzen op goede resultaten of het prijzen van de inzet. Daar zijn leerlingen gevoelig voor. Ik ben ook voor meer of langere stage perioden, juist bij een hovenier. Al jaren hoor ik enthousiaste verhalen en dat jongeren beloond worden met goede beoordelingen en vaak een zakcentje. Beste hoveniers, omarm jonge mensen die ervaring komen opdoen, dan komt het wel goed.