In de Kamercommissie Financiën werd een wetsvoorstel aangenomen om het btw-tarief van 21 naar 6 procent terug te brengen bij verkoop van plantgoed door tuinaannemers. In tegenstelling tot wat VILT eerst meldde, is de drijvende kracht achter dat wetsvoorstel niet CD&V maar N-VA. In feite beogen beide partijen hetzelfde, namelijk een anomalie wegwerken die de tuinaanleg omzet kostte en zelfs aanleiding gaf tot zwartwerk. Eerdere wetsvoorstellen van CD&V verschillen inhoudelijk weinig van het voorstel dat Kamerlid Rita Gantois (N-VA) in 2017 indiende. Haar lukte het evenwel om bij andere partijen een voldoende groot draagvlak te vinden zodat het licht op groen sprong voor een wetswijziging.

Het probleem sleept al lang aan, en werd door de federatie van siertelers en groenvoorzieners (AVBS) frequent onder de aandacht van beleidsmakers gebracht. Wat gebeurt er als een particulier slechts 6 procent btw betaalt voor plantgoed dat hij zelf in een tuincentrum haalt, terwijl zijn tuinaannemer hem voor datzelfde plantgoed 21 procent moet aanrekenen? In de praktijk gaat de klant de planten dan zelf kopen, en is het de tuinaannemer die ze ophaalt om ze vervolgens op deskundige wijze hun definitieve plek in een siertuin te geven. Zo ontwikkelde er zich een parallel circuit naast het officiële. Als de tuinaannemer geen plantgoed factureert, zullen ook de bijbehorende werkuren in het zwart worden gepresteerd.

“Een tuin aanleggen of onderhouden zonder plantgoed is nogal moeilijk. De bedrijven die de regels correct toepassen, worden op deze manier uit de markt geduwd”, beseft volksvertegenwoordiger Rita Gantois. “Net daarom willen wij het btw-tarief verlagen naar 6 procent voor het plantgoed dat de tuinier bij tuinaanleg of -onderhoud verkoopt.” In het federaal parlement staat iedereen daar in se wel achter, maar struikelden soortgelijke wetsvoorstellen steeds over de miljoenen euro’s aan gederfde btw-inkomsten voor de staatskas.

Het tegendeel is waar, volgens Gantois: “Met ons voorstel ‘verwitten’ we de sector en dragen we zo bij tot de strijd tegen fiscale en sociale fraude. Van minder zwartwerk wordt de staatskas op termijn zelfs beter. En dat niet alleen want tuinaanleggers die officieel werken, hebben in de praktijk meer aandacht voor veiligheidsnormen, gaan zorgvuldiger om met kilometervergoedingen, arbeidstijdverkorting, enzovoort.”

“Maatschappelijk is dit belangrijk”, benadrukt het N-VA-Kamerlid, “want de sector biedt veel werk aan risicogroepen, zoals jonge werkkrachten en laaggeschoolden.” Voor de goede orde noemt ze alle partijen die haar voorstel steunden: N-VA als de partij die de kwestie deze legislatuur met veel volharding bleef agenderen in de Kamercommissie, CD&V als de partij die in dit dossier al het langst naar een doorbraak zoekt, Open Vld en MR, Ecolo en cdH. Gezien de historiek van dit dossier werd Roel Deseyn (CD&V) als mede-indiener toegevoegd aan het wetsvoorstel van Gantois.